, [], Whether men are bound to pay tithes under a necessity of precept?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook alle [39]tienden des lands, van het zaad des lands, van de vrucht van het geboomte, zijn des HEEREN; zij zijn den HEERE heilig. 39. Er waren vierderlei tienden: I. De ordinaire jaarlijkse tienden der Levieten. Van dezen wordt hier gesproken, idem Num.18:21, enz.; Deut.14:22, enz, en Deut.26:12, enz.; 2 Kron.31:5; Neh.10:37; Hebr.7:8,9; II. De tienden, die de Levieten van deze tienden moesten geven aan den hogepriester, Num.18:26, enz. III. De jaarlijkse tienden, waarvan de Israelieten met hun huisgezinnen en de Levieten moesten vrolijk zijn voor den Heere; Deut.12:17,18, en Deut.14:22,23; IV. De driejarige tienden voor de Levieten, armen, weduwen, wezen en vreemdelingen; Deut.14:28, en Deut.26:12.